Het NOM wil eind 2024 de eerste editie van de lichtwandeling ‘Uitgelicht’ organiseren. Tijdens Uitgelicht wordt het verhaal verteld over het gebruik van het Openluchtmuseum tijdens de Tweede Wereldoorlog – het museum was toen wegens bewoning gesloten. Dit gebeurt door middel van lichtprojecties op de historische gebouwen, het uitlichten van bomen in lanen en het laten horen van geluidsfragmenten. Bezoekers wandelen tijdens Uitgelicht in de avonduren door het (donkere) park en beleven via projecties hoe het Openluchtmuseum tijdens de oorlog werd bewoond.
Omdat binnen Uitgelicht een groot aantal gebouwen en (laan)bomen in de nachtelijke uren wordt belicht, bestaat de kans dat (beschermde) fauna wordt verstoord of verontrust. Dit is binnen de Omgevingswet verboden. Om te beoordelen of soorten door het uitlichten van gebouwen, bomen en lanen worden verstoord, heeft Buiting Advies in opdracht van het NOM een Quick Scan flora en fauna (QS) uitgevoerd.
De QS is in vier stappen uitgevoerd. Ten eerste is een bureaustudie gedaan waarbij, op basis van gegevens uit de NDFF, is gekeken welke fauna in de afgelopen jaren op en rond het NOM is waargenomen. Als tweede stap is een veldverkenning uitgevoerd. Hierbij zijn de locaties van de gebouwen, bomen en lanen die worden uitgelicht in kaart gebracht. Vervolgens is op alle 49 locaties een QS uitgevoerd.
Als derde stap is bij alle bomen die binnen het lichtplan worden uitgelicht, een verkenning met een hoogwerker uitgevoerd. Tijdens deze verkenning zijn alle bomen individueel gecontroleerd op de aanwezigheid van voor fauna bruikbare holtes en/of nesten (ook van eekhoorns). Op basis van deze verkenning is bepaald welke bomen wel en welke niet voor uitlichten in aanmerking komen.
Ten slotte is per locatie, op basis van de resultaten van de veldverkenning en het hoogwerkeronderzoek, een advies geformuleerd. Alle adviezen samen hebben als doel om verstoring van (beschermde) fauna tijdens Uitgelicht te voorkomen.
Op basis van de uitkomsten van de QS is een ecologisch werkprotocol (EWP) ontwikkeld. Een belangrijke aanbeveling uit het EWP is om het schokeffect door het ‘plotseling’ – in het donker – aanzetten van verlichting te voorkomen. Dit kan door de verlichting op alle 49 locaties al direct na zonsondergang aan te zetten. Hierdoor blijven deze locaties verlicht, terwijl de omgeving – waar tijdens Uitgelicht geen activiteiten plaatsvinden – gewoon donker blijft. Soorten die lichtschuw zijn, kunnen zich dan naar de donkere delen van het NOM terugtrekken.
Door deze maatregel wordt verstoring door het plotseling toevoegen van verlichting in de nacht zoveel mogelijk voorkomen. Naast deze aanbeveling zijn ook richtlijnen opgenomen met betrekking tot het niet uitlichten van de omgeving en het beperken van de toegang. Het EWP gaat daarnaast in op het voorkomen van verstoring van huismussen, uilen, marters, eekhoorns en vleermuizen.
Door conform het door ons ontwikkelde EWP te werken, wordt de in het NOM aanwezige fauna tijdens Uitgelicht zo min mogelijk verstoord.
Neem contact met ons op en ontdek hoe wij samen kunnen werken aan een groenere toekomst.