Maaien: Extensiever beheer van gazons door het terugbrengen van de maaifrequentie naar 1 maal per jaar. Het maaien vindt niet in het najaar plaats.
Tijdens het broedseizoen (15 maart tot 15 juli) vinden géén snoei- en dunningswerkzaamheden plaats tenzij uit controle is komen vast te staan dat zich in de directe omgeving geen broedende vogels of nesten bevinden.
Buiten de periode april tot en met augustus te werken. Wanneer dit niet mogelijk is zullen aanvullende maatregelen genomen moeten worden.
Toetsing van de gunstige staat van instandhouding (GSVI) van beschermde soorten op regionaal niveau moet plaats vinden.