Waterspitsmuis

  • Waar mogelijk wordt oevervegetatie en watervegetatie behouden.
  • Het maaien van de oevers en bermen daar langs vindt gefaseerd plaats. 50 % van de vegetaties waarvan de soort afhankelijk is (moeras, ruigte, ruig grasland, riet etc.) wordt niet gemaaid;
  • Bij het maaien van de oevers wordt is de maaihoogte minimaal 10 cm boven maaiveld;
  • Het opschonen van de watergang vindt gefaseerd plaats en er blijft minimaal 25 % van de vegetatie en waterbodem gespaard.